Vorige week opende op het Marineterrein Nemo De Studio. Een dependance van NEMO voor volwassenen.
Erg mooi vormgegeven. Vooral de afdeling kweekvlees is indrukwekkend met originele ideeën over vleesconsumptie in de toekomst. Bijvoorbeeld het concept dat je vlees van een levende kip zou kunnen opkweken en consumeren!
Hieronder een artikel uit het Parool over de tentoonstelling Voedsel van Morgen:
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Nemo opent dependance voor volwassenen: ‘Meer ruimte voor diepgang’
Parool, 10 juli 2019
Nemo is niet langer exclusief voor kinderen.
De gehele 900 vierkante meter van de voormalige gymzaal van Defensie op het Marineterrein is gewijd aan de tentoonstelling Voedsel van morgen; de eerste expositie van Nemo De Studio die zich alleen op volwassenen richt.De tentoostelling is ingericht door voedselontwerper Chloé Rutzerveld (26).
“Een sprinkhaan eten is niet praktisch,” zegt Rutzerveld als ze een voorbeeld van toekomstvoedsel laat zien. “Ik moet de vleugels eraf pellen en sommige delen zijn hard. Maar wat als we net als plofkippen plofinsecten gaan kweken en doorfokken? Zoals deze. Kijk, het is net een worstje, dat kun je zo opeten of opensnijden als een frikandel en vullen.”
De plofsprinkhaan – het voorvoegsel verwijst bewust naar de beruchte fabriekskip – zou zomaar dé snack van 2030 kunnen worden. Net als de plofcicade – die lijkt op een avocado en smaakt naar asperges en aardappel – kweekvlees of koeienmelk waar geen koe aan te pas is gekomen.
Net als in het ‘traditionele’ museum in het markante groene gebouw op het Oosterdok draait het in de dependance om een maatschappelijk thema dat wordt gecombineerd met technologie en wetenschap. “Het moet allemaal begrijpelijk en toegankelijk zijn,” zegt Carolien Oey van Nemo.
Wat het verschil is met het oorspronkelijke Nemo? Oey: “In het familiemuseum mag je overal aan zitten en niets kan kapot. Dat is hier wel anders. En hier is meer ruimte voor diepgang.”
Aan de hand van de thema’s, dierlijk, plantaardig en functioneel, worden bezoekers door de kleurrijke ruimte geleid. Maar niet voor ze langs de meterslange muur met antwoord op dé hoofdvraag zijn gelopen: waarom worden zo veel alternatieven bedacht om ons van ons huidige voedingspatroon af te laten wijken? En zijn die überhaupt nodig?
Uitdagende expositie
Het korte antwoord op die laatste vraag is ja. “Als we in dit tempo en op deze manier blijven consumeren, hebben we nog minimaal twee andere aardes nodig,” zegt Rutzerveld die de door Sjoerd Koopmans vormgegeven tentoonstelling samen met Tanja Koning heeft samengesteld.
De jonge wetenschapper studeerde cum laude af aan de Technische Universiteit Eindhoven. Ze ontwierp nieuwe voedselconcepten, veroverde een plek in de top 3 in de lijst met honderd ‘food change makers’ en schreef een boek over hoe technologie ons eten in de toekomst kan veranderen.
Begin februari pitchte ze haar idee voor de expositie. “Half februari zijn we begonnen met alles tot in detail uitwerken,” zegt Rutzerveld die met haar tentoonstelling mensen wil uitdagen en ze wil laten zien wat er allemaal mogelijk is.
Ze vindt het ironisch dat iedereen weet dat we ons voedingspatroon moeten veranderen terwijl tegelijkertijd niemand bereid is iets op te offeren. “We zijn verwend en willen vooral lang tafelen en bourgondisch eten terwijl vegetarisch eten al hartstikke haalbaar is.”
Bijtanken
In een hoek van de tentoonstelling staan tien gerechten uitgestald met alternatieven voor vlees. De wetenschapper is echter alweer een stap verder en denkt na over zo functioneel mogelijk eten. “Het zou fantastisch zijn als je aan een vingerafdruk kunt zien wat je lichaam precies nodig heeft om dat vervolgens bij te tanken. Een soort tankstation voor mensen.”
Maakt dat je intelligenter? “Sowieso. Er is een overduidelijk verband tussen je mentale gezondheid en voeding.”
Zo ver is de technologie nog niet, al experimenteerde filmmaker Matthijs Diederiks er wel mee: een jaar lang leefde hij op enkel poeder en shakes om te ontdekken wat dat met zijn lichaam en leven zou doen. Hij maakte er een documentaire over die in Nemo wordt vertoond.
Hoewel de expositie voor volwassenen inderdaad een stuk minder interactief is dan we van Nemo gewend zijn, is er nog steeds genoeg te doen: zintuigen testen door smaken te horen en te voelen bijvoorbeeld, er is een heuse snackmuur waar functioneel eten uit getrokken (en gegeten) kan worden en voor wie graag z’n tanden in insecten zet: ook dat is mogelijk.