Uit een verkenning van de gemeente is gebleken dat men van plan is de Zouthaven als voorkeurslocatie voor een Transferpunt Touringcar en Rondvaart (TTR) aan te wijzen. Daarnaast is het Marineterrein gekozen als een van de eventuele transferpunten op de (midden)lange termijn. Deze voorstellen zijn aan het College van Burgemeester & Wethouders gedaan op basis van het rapport "Verkenning nieuw transferpunt touringcar en rondvaart". Mijn interesse gaat natuurlijk vooral uit naar de overwegingen het Marineterrein aan te wijzen als mogelijke locatie.
Collegevoordracht van 12 juli 2016:
Ad2f:
In te stemmen met het betrekken van de mogelijkheid van een TTR op het Marineterrein bij de studie naar uitgangspunten voor de definitieve ontwikkeling;
Uit de analyse van de locaties kwam het Marineterrein naar voren als kansrijke locatie. De bij het Marineterrein behorende haven is uitermate geschikt als locatie voor de rondvaart. Ruim bemeten, rustig water en gelegen aan de belangrijkste rondvaartroute. Daarbij is in de directe omgeving van de haven ook gelegenheid voor het halteren van voldoende touringcars.
Zowel op het Marineterrein zelf als op korte loopafstand in de Kattenburgerstraat. Ook de Dijksgracht West zou een uitstekende plek kunnen zijn voor een TTR.
Het terrein is echter niet in eigendom van de gemeente en vooralsnog niet beschikbaar. Eind 2013 zijn het Rijk (eigenaar) en de Gemeente een Bestuursovereenkomst aangegaan. Onderdeel van deze Overeenkomst zijn de Strategienota (2013) met uitgangspunten voor het gebiedsconcept en de ontwikkelstrategie.
Daarin is onder andere opgenomen dat:
• Invulling van het Marineterrein een bijdrage moet leveren aan herstel van het stedelijk weefsel en zowel het water als de open ruimte op het terrein zich tot een belangrijke ontmoetingsplek en verbindingsroute moeten ontwikkelen;
• Nieuwe stromen bezoekers moeten uit de plek zelf en uit de programmatische invulling komen;
• Einddoelen zijn nog niet vastgelegd en er is gekozen voor een geleidelijke, organische ontwikkeling. Het terrein zal vooralsnog in gedeelten worden ontwikkeld met tijdelijke functies.
Op dit moment wordt het Marineterrein tijdelijk geëxploiteerd. Het Projectbureau Marine terrein onderzoekt nu de ontwikkelmogelijkheden en heeft daarbij ook de RVE Ruimte en Duurzaam ingeschakeld.
Voorgesteld wordt een TTR te betrekken bij de studie naar de (programmatische) uitgangspunten voor de ontwikkeling van het Marineterrein waarvan het resultaat conform de Bestuursovereenkomst uiterlijk 1 juli 2018 ter besluitvorming aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd.
Voor dit voorstel is nogal selectief en creatief gewinkeld in de Strategienota voor het Marineterrein uit 2013. Het eerste punt uit het voorstel staat als volgt in de Strategienota:
Waterpark:De poort van het terrein gaat open. Hierdoor ontstaat een verrassende plek aan het watermidden in de stad; een omsloten tuin met prachtig uitzicht over het drukbevaren water en op de historische binnenstad. Het terrein ligt in de binnenstad en de invulling ervan moet dan ook een bijdrage leveren aan het stedelijk weefsel. Zowel het water als de open ruimte op het terrein ontwikkelt zich tot een belangrijke ontmoetingsplek.
De schrijvers van de Collegevoordracht hebben hieraan de term "verbindingsroute" zelf toegevoegd. Het woord komt zelfs in de hele nota niet voor! Wel wordt daar gesteld dat het omringende water kan worden ingezet voor nieuwe verbindingen, maar hier worden relationele verbindingen, crossovers bedoelt. Mensen verbinden in een openbaar waterpark, en dus niet een commerciële, afgesloten transporthub die bussen en rondvaartboten 'verbindt'. En je kunt een transferpunt toch moeilijk gaan omschrijven als een ontmoetingsplek...
Punt twee stelt dat nieuwe stromen bezoekers uit de plek zelf moeten komen. En daar spreekt men zichzelf natuurlijk al tegen. De tekst in de Strategienota:
Aantrekkingskracht door bindende functies en evenementen
Het Marineterrein is door de beslotenheid, historie en prachtige ligging aan het water een icoon voor de stad. Het gebied heeft geen iconisch gebouw nodig, de functies die op het gebied neerstrijken zorgen ervoor dat het Marineterrein the place to be wordt. Dat moeten functies zijn die elkaar versterken en op zichzelf een nieuw stroom bezoekers oproepen.
Een transferpunt voor touringcars naar rondvaart is geen functie die op zichzelf een nieuwe stroom bezoekers oproept. Het geeft slechts een doorstroom met alle overlast van dien. Van bezoekers is geen sprake.
In de Strategienota wordt ook bepleit te onderzoeken of het Marineterrein geheel dan wel gedeeltelijk autovrij is te maken. Ook dit strookt niet met het aanleggen van halteplaatsen voor touringcars.
Wel vinden we het volgende:
Bovendien biedt de haven op het Marineterrein een extra kleinschalige opstapmogelijkheid voor rondvaartboten en watertaxi’s en voor botenverhuur.
Let op het woord 'kleinschalig', zonder verwijzing naar een transferpunt.
Uit het verkeersonderzoek dat voor de Strategienota is gedaan blijkt verder dat de verkeersdruk op de Kattenburgerstraat nu al tegen de maximale waarden aan zit. Met de vermindering van het verkeer op de Eilandenboulevard door de aankomende herinrichting aldaar, is de verwachting dat deze drukte alleen nog maar gaat toenemen. Het aantrekken van nog meer verkeer (lees: een grote hoeveelheid touringcars) door het aanleggen van een transferpunt is dan ook zeer onwenselijk. Zet liever in op milieuvriendelijk openbaar vervoer. Vrijwel alle opstapplaatsen voor de rondvaart zijn op loopafstand van het Centraal Station. Touringcars zijn dus geheel overbodig om deze te bereiken.
UPDATE:
Inmiddels heb ik door middel van een WOB-verzoek het complete rapport in handen weten te krijgen. Hierin de precieze criteria en overwegingen voor de gemaakte keuze voor het Marineterrein. Inclusief een kaart met de beoogde ligplaatsen en haltes.
Op de kaart wordt voorgesteld twee haltes voor touringcars te plaatsen op de Kattenburgerstraat. In de bijlage spreekt men echter van vier (!!!) halteplaatsen. Compleet onacceptabel. Het is een plek die nu al geteisterd wordt door deze bakbeesten. Op drukke dagen is het een komen en gaan en worden er continu toeristen gelost. Ze laten hun zware dieselmotoren soms tot wel enkele uren lang stationair draaien (voor de airco of verwarming of om, zoals een Poolse chauffeur mij eens vertelde, koffie te kunnen zetten...). De ramen van de slecht geïsoleerde woningen aan de Kattenburgerstraat rinkelen dan in de kozijnen.
Daarnaast komt in dit voorstel vrijwel de gehele haven van het Marineterrein vol te liggen met rondvaartboten. Ook voor het terras van Pension Homeland. Zwemmen in de haven zal niet meer mogelijk zijn door de grote hoeveelheid vaarbewegingen. En een groot deel van de historische gevel van het Poortgebouw (17e eeuw) zal aan het zicht onttrokken worden door de halterende bussen.
Wat verbaast is dat in de verkennende 'ateliergesprekken' enkel is gesproken met ondernemers en dat bij de criteria voor geschikte transferplekken de inpassing in de buurt of overlast voor bewoners totaal niet is meegenomen. Blijkbaar vond men het niet nodig de invloed op de leefbaarheid voor de Amsterdammers zelf te onderzoeken.
Overigens is B&W sowieso al van plan de duikers (soort buisvormige vaarverbindingen) aan de Eilandenboulevard (van de Nieuwe Vaart naar de Kattenburger- en Wittenburgervaart) te gaan verbreden en verhogen om grotere rondvaartboten door te kunnen laten. Dit ondanks groot protest van de buurt en een eerder besluit van Bestuursorganisatie Centrum om dit niet te doen. Of het plan van B&W te maken heeft met de voorkeur voor het Marineterrein als transferplek is niet duidelijk, maar de 'transformatie' van het terrein wordt wel als een van de redenen genoemd.
Wordt vervolgt zullen we maar zeggen...