Directeur Liesbeth Jansen (eerder van de Westergasfabriek) wil het voorzichtig ontwikkelen en niet volplempen.
DOOR: BART VAN ZOELEN - PAROOL 21 APRIL 2018, 20:00
"Vanuit dat torentje leerden ze seinen." Liesbeth Jansen, de directeur van het Bureau Marineterrein Amsterdam (BMA), wijst naar de vroegere verbindingsschool aan de andere kant van het hek. En inderdaad, heel in de verte doet het torentje in de nok wel wat denken aan de brug van een schip.
Voorlopig kunnen we er alleen naar wijzen - het uit de jaren zestig stammende gebouw is zeker tot september verboden terrein voor iedereen die niet bij Defensie werkt.
Zelfs Jansen kan er nu niet zomaar heen, met alle gevolgen van dien voor het bureau dat voor de gemeente en de rijksoverheid de transformatie van het Marineterrein in goede banen leidt.
"Ik ben er nog maar twee of drie keer geweest," zegt ze over de andere kant van het hek. Dus waar de verbindingsschool zich straks voor leent? "Ik heb die gebouwen nog helemaal niet in de vingers."
Over belangstelling heeft het Marineterrein niet te klagen. De stadsonderzoekers van AMS Institute strijken er neer, net als de nieuwe programmeeropleiding Codam. Ook niet te missen: de ateliers van 'maakplaats' Makerversity, het cluster van jonge bedrijven rond virtual reality en de start-upmentoren van Growthtribe.
Verder zijn er al verschillende horecagelegenheden gevestigd, zoals Pension Homeland en Scheepskameel. Een klein leger bedrijven staat te dringen om zich daar bij te voegen. "Ik heb ze laatst eens geteld, ik kwam tot een wachtlijst van 860 bedrijven."
Masterplan
Nu de stad als een dolle groeit moet het eenvoudig zijn om zo'n centraal gelegen terrein te vullen. Zelfs met de nieuwbouw die het Marineterrein uiteindelijk moet gaan herbergen - 228.000 vierkante meter voor onder andere woningen, bedrijfsruimte en onderwijsinstellingen - kan het zo zijn gepiept. Plant er een paar hoofdkantoren van grote bedrijven bij, klaar!
Maar dat is nou net niet de bedoeling. Zo'n buitenkans om een nieuw stukje binnenstad toe te voegen komt nooit meer. "Je kunt het makkelijk verprutsen."
Vandaar de opdracht die BMA in 2013 kreeg om het terrein 'organisch' te ontwikkelen. Al doende moet blijken welke functies het best op hun plek zijn op het Marineterrein, precies zoals Jansen achttien jaar heeft gedaan bij de Westergasfabriek. Er is geen masterplan van hoe het Marineterrein er in 2030 uitziet, zo moet Jansen keer op keer uitleggen. "Dan horen ze mijn verhaal aan en zeggen ze: ja ja, mooi! Maar wat komt er nou?"
Geen Zuidas
Er is meer dan economische waarde, daar komt dat verhaal op neer. "Wij onderzoeken hoe we deze plek de meeste waarde kunnen geven, maatschappelijke waarde." En dat doet haar programmabureau met de nieuwe huurders samen.
"Werken aan een toekomstbestendige stad," noemt Jansen het. Rond gezondheid, mobiliteit, water, leren, wonen. "Opeens komt hier midden in de stad ruimte vrij om nieuwe dingen te testen. Als het hier werkt, kun je het in andere delen van de stad ook gaan doen."
Een voorbeeld zijn de 'blauw-groene' daken naast het eigen kantoor in de vroegere commandantswoning: een experiment met begroeide daken die tegelijk veel regenwater kunnen opvangen. Een ander voorbeeld zijn de flexibele wooncontracten die ze straks op het terrein wil uitproberen met woningcorporaties. Of denk aan tijdelijke gebouwen voor onderwijsinstellingen.
Jong talent
Codam, ook zo'n voorbeeld. De door TomTombestuurder Corinne Vigreux gestarte programmeeropleiding zoekt in Frankrijk bewust de banlieues op. "Het is een opleiding zonder drempels, zonder vooropleiding. Iedereen die het in zich heeft, kan die opleiding volgen. Dat is meteen een mooie kans voor de Oostelijke Eilanden, daar is veel aan de hand. Hoe helpen we die om een betere, leukere, gezondere buurt te worden? Dit moet geen ommuurde campus worden waar hoogbegaafden elkaar kunnen treffen."
Hoofdkantoren van grote bedrijven zijn prima af op de Zuidas, bij Sloterdijk en in Zuidoost, zegt Jansen. "Hoofdkantoren kunnen op veel plekken terecht. Hier op het Marineterrein krijg je echt het milieu dat talent naar de stad kan trekken."
Ze ziet daarbij een belangrijke rol voor de culturele instellingen rond het Oosterdok, zoals Arcam, Nemo, de bibliotheek, Mediamatic, het Muziekgebouw aan het IJ, het Scheepvaartmuseum. En dan zijn er nog de grote werkgevers rond het Oosterdok: veel technologiebedrijven, zoals Adyen, Oracle, TomTom en, straks, Booking.com.
"Dat zou best naar elkaar toe kunnen groeien. Harold Goddijn van TomTom zei al: Als dit een plek wordt waar het prettig werken is, dan krijgen wij het makkelijker om jong talent aan te trekken."
Gaandeweg hoopt Jansen dat een paar pioniers van het eerste uur kunnen blijven op het Marineterrein. "Het gebouw waar Pension Homeland nu zit, stond op geen enkele plattegrond om te blijven staan. Het was zestig jaar geleden gebouwd, stond vier jaar leeg, heel treurig. Maar dankzij een ondernemer die met ontzettend veel liefde en deskundigheid een pension met brouwerij heeft bedacht, staat het nu op de lijst met behoudenswaardige gebouwen."
Zwemwater
Als ze naast Pension Homeland zo om zich heen kijkt begint het al aardig te lijken op de open, groene plek waar binnenstadbewoners even kunnen uitblazen. Het terras aan het binnenhaventje zit lekker vol. Over twee jaar moet het water zo schoon zijn dat je er kunt zwemmen. Ook op de lange termijn moet de helft van het Marineterrein onbebouwd blijven.
"We willen het graag een beetje rustig houden. Geloofden buurtbewoners helemaal niet, mevrouw Jansen van de Westergasfabriek die het hier een beetje rustig wil houden. Maar het is echt waar."