Ergernis over landjepik
Marineterrein: Gemeente en Kamer hekelen besluit Defensie te blijven in hartje Amsterdam
Defensie zou het Marineterrein overdragen aan de stad, maar bedacht zich. De gemeente legt zich er niet bij neer, tot ongenoegen van de minister.
HANNEKE KEULTJES EN RUBEN KOOPS
Minister Ank Bijleveld van Defensie reageert gepikeerd op pogingen van de Amsterdamse wethouder Udo Kock om via de Tweede Kamer toch een groter deel van het Marineterrein in handen te krijgen. "Als wethouder Kock vindt dat die met voeten zijn getreden, moet hij niet bij de krant of bij de Tweede Kamer melden, maar bij mij. Hij heeft zich niet gemeld." Volgens Bijleveld waren er juist goede afspraken gemaakt met Amsterdam over de nieuwe verdeling van het terrein.
Tijdens een debat in de Tweede Kamer sprak GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks van een 'bestuurlijke schoffering', omdat Defensie in juni plots terugkwam van in 2013 gemaakte afspraken over de teruggave van het marinecomplex. SP-Kamerlid Sadet Karabulut noemde Defensie 'een onbetrouwbare partner voor mijn stad'. Dat ergerde Bijleveld zichtbaar. "Ik werp die aantijging verre van mij," reageerde zij gisteravond. "Als ik op mijn werkkamer afspraken maak met deze wethouder, de waarnemend burgemeester en ambtenaren en dat wordt vervolgens besproken in de raadscommissie, dan is het afspraak is afspraak."
'Laat het aan ons'
Bijleveld noemt uitspraken van Kock in Het Parool van dinsdag 'niet ordentelijk'. Kock zei dat er geen veiligheidsanalyse ten grondslag ligt aan het besluit van Defensie op het marinecomplex te blijven. Bijleveld verwerpt dat. "De hoofdstad is regelmatig het terrein van grootschalige evenementen. Het Marine Establishment is de enige locatie die via lucht, weg en water bereikbaar is. En we willen ook zichtbaar blijven in de stad."
Regeringspartij D66 riep Bijleveld op om geen onomkeerbare stappen te zetten totdat de Kamer is geïnformeerd over 'alle financiële implicaties en nut en noodzaak'. Bijleveld wilde daar niks van weten. "Op 1 januari wil ik weer een aantal gebouwen overdragen aan de gemeente Amsterdam. Laat het aan ons." Wel beloofde ze de Kamer nader te informeren over de financiën en beweegredenen van Defensie. De hoofdstad en het ministerie onderhandelen momenteel over een nieuwe verdeling van de gronden. De Rijksbouwmeester maakt schetsen waarin zowel de stad als Defensie aan hun trekken zal komen.
Sportcomplex delen
Volgens de defensieminister is de samenwerking tussen haar departement en Amsterdam juist 'eendrachtig'. Bijleveld stelt dat er in de toekomstige plannen ruimte is 'voor een heleboel woningen'. Hoeveel van de geraamde 1400 huizen er kunnen worden gerealiseerd, is nog niet bekend.
Het ministerie van Defensie laat weten dat er wordt nagedacht over gedeeld gebruik van onderdelen van de marinekazerne. Zo is het sportcomplex van de krijgsmacht straks in de avond- en weekenduren open voor omwonenden. Duidelijk is dat het Dienstencentrum Personeelslogistiek, verantwoordelijk voor werving van militairen, het grootste deel van de nieuwe kazerne in beslag neemt. Kock is daar verbolgen over. "Moet de afdeling personeelszaken per se op het duurste stukje grond van Nederland? We helpen graag mee om naar een alternatief te zoeken, bijvoorbeeld het Sparkgebouw in Sloterdijk, dat al in bezit is van het rijk."
De wethouder moet glimlachen om de woede van de minister. "Afspraak is afspraak? Een beetje ironisch is dat wel, want in 2013 en 2015 zijn de afspraken gemaakt dat Defensie daar weg zou gaan. Het is goed dat de Tweede Kamer nu aan Bijleveld vraagt om dat nog eens uit te leggen."