Dit blog is verplaatst naar:
donderdag 16 februari 2017
Wie bepaalt de toekomst van het Marineterrein?
Op dit moment is het Marineterrein nog in eigendom van de overheid. Het Rijks Vastgoed Bedrijf bepaalt wat er tot aan de geplande verkoop mee gebeurt. Praktisch wordt dit vormgegeven in een samenwerkingsverband tussen de Rijksoverheid en de gemeente Amsterdam: Bureau Marineterrein.
Beleidsstukken
Er is al een strategienota, een bestuursovereenkomst en een advies van het College van Rijksadviseurs. De laatste maanden heeft het Bureau in samenwerking met verschillende externe partijen gewerkt aan een Nota van Uitgangspunten. Deze schijnt af te zijn (Update 18-2: dit bleek niet te kloppen. Zie reactie Bureau Marineterrein onderaan dit artikel), maar zal eerst aan de (nieuwe) minister (Plasterk) en Burgemeester en Wethouders worden voorgelegd voordat dit document openbaar wordt gemaakt. [Update 18-2: zie reactie hierop door Bureau Marineterrein onderaan artikel.] Dat laatste staat gepland voor juli 2017, maar een lange formatie met waarschijnlijk wéér een nieuwe minister zou nog wel eens roet in het eten kunnen gooien.
Deze publicatie zal het startschot zijn van flink debat, want dan is er een visie waar iedereen wat van kan vinden.
En dan moet er natuurlijk nog een omgevingsplan (de nieuwe vorm van wat nu een bestemmingsplan heet) voor het Marineterrein worden opgesteld. Dit zal waarschijnlijk een van de eerste omgevingsplannen worden na de invoering van de nieuwe omgevingswet in 2019. Een uitdaging voor politici, ambtenaren en burgers. Maar ook als er nog voor 2019 een ouderwets bestemmingsplan wordt opgesteld adviseert de rijksoverheid dit te doen in de geest van de nieuwe richtlijnen.
Omgevingswet
Door de nieuwe wet zullen verantwoordelijkheden ten aanzien van de openbare ruimte deels verschuiven van de overheid naar bedrijven en - let op - burgers! Hoe dit gaat uitpakken is nog koffiedik kijken, maar verschillende deskundigen zien meer ruimte voor burgerinitiatieven.
Ik ben sowieso al vrij pessimistisch als het om bestuurlijke inbreng van burgers gaat, maar ook het Sociaal en Cultureel Planbureau waarschuwt in een vuistdik essay voor een al te rooskleurig beeld van burgerparticipatie in de nieuwe situatie.
Ook in een 'gelijkwaardig speelveld' (sorry voor de ambtenarenlingo) tussen overheid, bedrijfsleven en burgers zullen er winnaars en verliezers zijn. De verwachting dat we er met elkaar wel uitkomen en allemaal gelukkig en tevreden naar huis gaan is volgens het SCP een illusie.
Daarnaast vraagt men zich af waar burgers de tijd en vaardigheden vandaan moeten halen. Ruimtelijke ordening is een complexe zaak en door een achterstand in kennis en capaciteit zouden burgers uiteindelijk toch het onderspit kunnen delven tegenover een hoeveelheid professionele deskundigen en commerciële belanghebbenden.
Het SCP noemt ook nog het gebrek aan een kritische (lokale) pers. In de Amsterdamse situatie is AT5 volledig naar de marge bezuinigd, al doen ze een moedige poging het hoofd boven water te houden. Het Parool is meestal redelijk op de hoogte, maar ook daar is te weinig budget en mankracht om alle zaken écht goed uit te zoeken. Ik noem mijzelf zeker geen journalist, zelfs geen 'burgerjournalist', maar het belang van verzamelen van informatie en het verkrijgen van een transparant beeld van de ontwikkelingen rond het Marineterrein is voor mij zeker een drijfveer bij het bijhouden van dit blog. Het feit dat de Nota van Uitgangspunten bijvoorbeeld (nog) niet aan de buurt is gepresenteerd (zelfs niet mondeling of op hoofdlijnen) 'geeft de burger geen moed'. [Update 18-2: zie reactie hierop door Bureau Marineterrein onderaan artikel.]
Zonder dezelfde uitgangspositie in tijd, middelen en informatie voor alle partijen ziet het SCP in de nieuwe omgevingswet dus niet per se een verbetering ten opzichte van het huidige systeem.
Berlijns project vanuit gemeenschap
In Berlijn voltrekt zich een voorbeeld van hoe een groep burgers en ondernemers het heft in eigen handen heeft genomen en zo met de herontwikkeling van een flinke lap grond is gestart. Holzmarkt is een project waarbij een Zwitsers pensioenfonds de grond heeft gekocht en vervolgens via een erfpachtstelsel ter beschikking heeft gesteld aan de gemeenschap. De ontwikkeling van het gebied wordt bekostigd vanuit een groep aandeelhouders die ieder een bedrag inleggen, maar waarbij door een ingenieus systeem niemand teveel macht vergaart door zijn of haar investering. Het pensioenfonds ziet zijn voordeel simpel in de investering in grond. Na 50 jaar vervalt de pacht en de groep aandeelhouders schrijven alles af in diezelfde 50 jaar. Er is dus geen pervers winstoogmerk (ik heb overigens niets tegen winst maken, maar dan wel zonder perverse gevolgen).
Hierdoor ontstaat in Berlijn momenteel een schitterend cultuurpark met restaurants, bars en een hotel. Daarnaast komt een soort campus met startups en kleinschalige studentenwoningen. Alles vanuit een duurzame visie met oog voor maatschappelijke belangen. Waarde is hier niet (alleen) gedefinieerd in geld, maar ook in kwaliteit van leven.
Dit project is een voorbeeld van waar de nieuwe Nederlandse omgevingswet in zou kunnen voorzien omdat deze breder kijkt (niet enkel naar 'bestemming' maar ook naar 'omgeving') en ook burgers het initiatief gunt. Ik wil hier niet pleiten voor een zelfde invulling op het Marineterrein als in Berlijn, maar de manier waarop burgers, ondernemers en onderwijsinstellingen daar als gelijkwaardige aandeelhouders zijn georganiseerd en samen met de overheid tot een waardevolle uitkomst komen, is zeker de moeite waard om nader te bekijken.
------------------------------------------------------
Liesbeth Jansen van Bureau Marineterrein heeft op 18 februari 2017 op bovenstaande gereageerd:
Dank voor de interessante analyse. Om een misverstand uit de weg te ruimen: er is nog geen (concept) Nota van Uitgangspunten. Met de bestuurders spreken we ter voorbereiding hierop. Een maatschappelijk proces is onderdeel van het opstellen van de Nota, en zal later in het voorjaar plaatsvinden. Voorafgaand aan de Bestuursovereenkomst (december 2013) tussen Rijk en Gemeente is overigens al een gebiedsconcept vastgesteld (zie de Strategienota), met innovatielab, waterpark en maritieme kracht als centrale thema's. Hiervoor is ook uitgebreid overleg geweest met bewoners, bedrijven, kennisinstellingen en andere Amsterdamse organisaties. Dit gebiedsconcept is nog steeds de basis voor de verdere ontwikkeling. Met vriendelijke groet, Liesbeth Jansen Bureau Marineterrein
Mijn bronnen zaten er blijkbaar enigszins naast. Er is nog geen Nota van Uitgangspunten. Tijdens twee door het Bureau georganiseerde (besloten) bijeenkomsten wilde men vooral iets over de voortgang van het proces vertellen.
Fijn om te horen dat er later in het voorjaar nog mogelijkheden zijn voor het inbrengen van (nieuwe?) zienswijzen door burgers. Zo interpreteer ik tenminste 'een maatschappelijk proces'. Ook is het goed om te horen dat het gebiedsconcept nog steeds als basis geldt. Dit kan de angst die velen in de buurt hebben dat het terrein (door een grote projectontwikkelaar) onder een hoge bebouwingsdichtheid wordt volgezet wegnemen.
Labels:
amsterdam,
herontwikkeling,
kattenburg,
kattenburgerstraat,
marineterrein,
onderwijs,
plannen,
politiek,
toekomst,
vastgoed,
wonen
Blogarchief
-
▼
2017
(81)
-
▼
februari
(7)
- Floris Alkemade en Gert Urhahn werken mee aan toek...
- Aanpak Marineterrein wekt interesse Frankrijk
- Wie bepaalt de toekomst van het Marineterrein?
- Rradio maakt maandelijks licht verontrustende radi...
- Uitmarkt 2017 definitief op Marineterrein en rond ...
- Vastgoed-multinational CBRE ziet Marineterrein als...
- Frietkot op Marineterrein naast Scheepskameel
-
▼
februari
(7)