In het zeer interessante boekwerk "Van werf tot facilitair complex - 350 jaar marinegeschiedenis op Kattenburg" van Alan Lemmers vond ik uiteindelijk de naam van de maker van de fontein op de Voorwerf: Arthur Spronken. Het bleek dat ik z'n werk al eens eerder was tegengekomen. Zijn paardentorso's staan namelijk door heel het land.
Twee werken van Spronken die raakvlakken hebben met de fontein op het Marineterrein zijn de 'boegbeelden' in Maastricht en Zwijndrecht. Beide beelden tonen vrouwenfiguren op een soort paardentorso met been. Bij de fontein lijken de paarden doorgezet waarbij hun hoofden(?) de bol in het midden ondersteunen. De lokken van de vrouwenfiguren zijn verlengt, waaruit vervolgens water op de bol spuit. Zo ontstaat een cirkel van water om de hoofden heen.
De regionale Limburgse omroep L1 maakte in 2012 een documentaire over Spronken. Hieronder een deel van het inleidende artikel op de website van L1 en een link naar de documentaire zelf.
Twee werken van Spronken die raakvlakken hebben met de fontein op het Marineterrein zijn de 'boegbeelden' in Maastricht en Zwijndrecht. Beide beelden tonen vrouwenfiguren op een soort paardentorso met been. Bij de fontein lijken de paarden doorgezet waarbij hun hoofden(?) de bol in het midden ondersteunen. De lokken van de vrouwenfiguren zijn verlengt, waaruit vervolgens water op de bol spuit. Zo ontstaat een cirkel van water om de hoofden heen.
De regionale Limburgse omroep L1 maakte in 2012 een documentaire over Spronken. Hieronder een deel van het inleidende artikel op de website van L1 en een link naar de documentaire zelf.
"Wie het huis van Arthur Spronken wil bezoeken moet een heuvel oprijden. Eenmaal boven aangekomen, midden in een sprookjesachtig landschap, lijkt men in een andere wereld te stappen. Een prachtige zelfgebouwde villa wordt omringd door enorme zuilen en beelden. Een kudde oude paarden scharrelt rustig rond. In deze verborgen wereld werkt en leeft een groot kunstenaar, die zich ook boer voelt.
Spronken borstelde als 7-jarig jongetje ieder weekeinde de paarden van een bevriende fokker. Als het regende schuilde hij onder de buiken van de kudde en hiervandaan zag hij de paarden zoals hij ze later zou maken. Enorme paardentorso's die niet rennen maar zweven; gespierde dieren die geen zwaartekracht voelen, ze zijn één brok spanning en kracht. In 1947 vertrekt Arthur naar België om te werken in een bakkerij. Elke woensdag fietst hij 70 km naar Paul Schmallbach. Deze familievriend exploiteert een steengroeve en combineert dat met beeldhouwen. Hier maakt Spronken zijn eerste beelden en Schmallbach laat hem een vrouwennaakt van Despiau zien. Dit naakt doet hem op slag beslissen: Arthur Spronken wordt beeldhouwer.
In 1954 rondt hij de Kunstnijverheidsschool af en schrijft zich in voor een beurs waarmee hij een jaar aan een kunstacademie in Italië mag studeren. Hij kiest voor Milaan. Op de Academia krijgt hij les van Marino Marini. Een Finse medestudente, Varpu, maakt Arthur de eerste dag wegwijs en de dag daarop vraagt hij haar ten huwelijk. Tijdens de opleiding trekt hij met haar door Italië. Kunstenaars als Donatello, Botticelli en Michelangelo stelen zijn hart, maar ook de Etruskische kunst inspireert hem. Wars van tijdsgeest en los van stromingen concentreert hij zich inmiddels al meer dan 50 jaar op de essentie van het beeld: vrouwen en paardentorso's in al hun kracht."
Klik hier voor de documentaire van Matte Mourik "Varpullan, over Arthur Spronken"
Links Boegbeeld in Maastricht, rechts in Zwijndrecht