Gisteren verschenen 2 artikelen over het Marineterrein in de landelijke dagbladen. Een in Het Parool en een in De Telegraaf. Het Parool heeft voornamelijk het persbericht van Bureau Marineterrein overgeschreven, maar De Telegraaf nam tenminste de moeite nog een deskundige te raadplegen over de besproken Principenota. Deze nota van burgemeester en wethouders beschrijft de te volgen koers voor de ontwikkeling van het terrein.
Nog even een correctie op het artikel in De Telegraaf. De 'denktank' Stad-Forum geeft de gemeente zoals ze zelf stellen 'gevraagd en ongevraagd' advies, maar is zeker geen onderdeel van de Gemeente Amsterdam. Ook de stelling dat het terrein het grootste park van de Amsterdamse binnenstad wordt is wat al te stellig. Vooralsnog gaat het om de al bestaande Voorwerf, een strook langs het Oosterdok en wat 'pocketparkjes'. 50% bebouwing betekent natuurlijk niet dat de resterende 50% groen zal kunnen zijn.
-------------------------------------------------------------------
De Telegraaf - AmsterdamPublicatiedatum: 29 Aug 2017 14:00
Door Richard van de Crommert
Marineterrein moet internationale allure krijgen
AMSTERDAM - Veel Amsterdammers waren nog nooit op het Marineterrein geweest, maar daar bracht de Uitmarkt afgelopen weekeinde verandering in. Het terrein stond in één klap op de kaart. Nu is nog maar een relatief klein gedeelte van het terrein toegankelijk. Maar volgend jaar zal het gehele gebied aan de stad worden gegeven. Dan komt er in één klap een gebied bij van 13 hectare, ongeveer even groot als het Oosterpark. Binnen enkele jaren moet het terrein dan zijn omgevormd tot een gebied van internationale allure, met woningen, waarschijnlijk ook scholen en bovenal veel
groen.
„We gaan het terrein teruggeven aan de Amsterdammer”, stelt wethouder Eric van der Burg die over ruimtelijke ordening gaat. De komende vier weken vinden informatiebijeenkomsten plaats. Het Marineterrein zal het grootste park worden in de Amsterdamse binnenstad. In het Masterplan van Stad-Forum, een denktank van de gemeente, speelt de ontwikkeling van het Marineterrein dan ook een belangrijke rol.
Stedenbouwkundige Ronnie Zijp zegt een groot voorstander van woningen op het terrein te zijn, vooral aan de noordzijde. „Dit ’nieuwe’ stukje stad kun je als een ventiel gaan gebruiken”, zegt hij. „Het zal het eerste fatsoenlijke park worden binnen de Singelgracht. Rust moet er een belangrijke factor worden. Maar om sociaal onveilige situaties te vermijden, zijn woningen noodzaak. ’s Avonds, als het donker wordt, kan een park zich tegen je keren. Dat moet je vermijden.”
Zijp kent het gebied op zijn duimpje. „Toen ik in het tweede jaar van de middelbare school zat, liep ik er stage”, vertelt hij. „Dan werd je elke dag met een sloep opgehaald vanaf Centraal Station en naar het terrein gebracht. Het was toen nog hermetisch afgesloten. Ik hielp er toen mee aan onderhoudswerkzaamheden in de insteekhaven. Daar moest ik een luitenant assisteren. Het terrein was toen al een samengeraapt zootje van gebouwen met veel groen er tussen.” Ook toen waren er al woningen. „Er waren zogeheten slaapboegen. Daar mocht ik niet komen. Maar de kades werden goed gebruikt.”
Wat de woningen betreft die er zouden moeten komen heeft Zijp een voorkeur voor het middensegment. „In de buurt ernaast heb je een zeer groot aandeel sociale woningen. Voor de cohesie in de buurt is het goed als er een betere mix komt.”
Een school op deze plek vindt de stedenbouwkundige een minder goed idee. „Op de fiets is het terrein goed bereikbaar, maar het openbaar vervoer is er niet fantastisch en dat heb je nodig voor een school. Een sportopleiding zou wellicht kunnen daar.”
-------------------------------------------------------------------
Het Parool - Ruben Koops - 29 augustus 2017, 11:55
Nieuwe wijk op het Marineterrein krijgt weinig woningen
Werken en recreëren krijgen de ruimte op het Marineterrein, wonen wordt van ondergeschikt belang op dit deel van eiland Kattenburg. De economische waarde, zo dicht bij CS, geeft de doorslag.
Voor de helft wordt het Marineterrein openbaar recreatiegebied. De andere helft is bestemd voor bebouwing. Dat staat in de Principenota Marineterrein, waarover buurtbewoners en betrokkenen zich in september kunnen buigen.
De voormalige scheepswerf is een van de begeerlijkste stukjes grond in de stad. Op de 12,7 hectare rijksgrond waren de afgelopen 360 jaar de Koninklijke Marine en andere onderdelen van Defensie gevestigd.
Het gebied is van hoge historische waarde. Zo had in het naastgelegen Scheepvaartmuseum, voorheen 's lands Zeemagazijn, ooit Michiel de Ruyter zijn werkkamer.
Tijdelijk plekje
Uiterlijk in juli 2018 moeten de militairen zich hebben teruggetrokken. Alleen de afdeling Werving & Selectie van het ministerie van Defensie keert terug. In de oude gebouwen krijgen nu eerst creatievelingen, start-ups en andere technologiebedrijven een tijdelijk plekje, in afwachting van de definitieve herinrichting.
Vijftig procent van het oppervlak wordt publieke ruimte, met veel groen en mogelijkheden tot bewegen © Jorris Verboon
Voor het einde van het jaar komt het Projectbureau Marineterrein met een plan voor uiterlijk en inrichting. De gemeente en het rijk zijn overeengekomen dat het gebied niet helemaal volgebouwd wordt.
Vijftig procent van het oppervlak, ruwweg de strook langs het water en rondom de binnenhaven van het Marineterrein, wordt publieke ruimte, met veel groen en mogelijkheden tot bewegen. Nieuwe fietsbruggen verbinden dit gebied met de binnenstad.
Bedrijvigheid
Net zoals de afgelopen eeuwen blijft bedrijvigheid de belangrijkste functie. Het Marineterrein moet van maximale toevoegde waarde zijn voor de economie van Nederland en die van Amsterdam in het bijzonder, luidt de afspraak. Dat betekent 228.000 vierkante meter nieuwe gebouwen.
Zeker de helft wordt kantoorruimte, bestemd voor bedrijven van de nieuwe economie die hun onderzoeks- en ontwikkelingsafdelingen in de stad willen vestigen. Naar onderwijsinstellingen gaat 20 procent en nog 20 procent wordt woningbouw. De overige 10 procent krijgt een maatschappelijke functie.
Het is de bedoeling om ook de naastgelegen woonbuurt Kattenburg bij de nieuwe stadswijk te betrekken
Vooral voor scale-ups, technologiebedrijven die razendsnel groeien, is nu te weinig ruimte in de stad. Deze bedrijven betalen veel voor kantoorruimte op toplocaties. Maar volgens directeur Liesbeth Jansen van het Bureau Marineterrein, moet het geen 'economisch eilandje voor nerds' worden.
Kennisuitwisseling
Geïnteresseerde bedrijven moeten samenwerken met de scholen in de nieuwe wijk. "Het is goed om deze bedrijven te behouden voor de stad, maar alleen als zij in verbinding willen staan met Amsterdam, bijvoorbeeld door kennisuitwisseling."
Voor wonen is minder ruimte. De centrale ligging maakt het gebied volgens wethouder Eric van der Burg (Grondzaken) meer geschikt voor een economische functie. "Bedrijven wil je vestigen nabij vervoersknooppunten. CS ligt op loopafstand."
De gemeente gaat de grond in erfpacht uitgeven aan de eindgebruikers. Het rijk krijgt 98 procent van de opbrengst, na aftrek van kosten voor bruggen, leidingen en dergelijke. De gemeente strijkt 2 procent op.
Autovrij
Het is de bedoeling om ook de naastgelegen woonbuurt Kattenburg bij de nieuwe stadswijk te betrekken. Dat is een uitdaging, omdat er een dikke en deels monumentale muur tussen de wijk en de voormalige kazerne staat, die het gebied eeuwenlang beschermde tegen pottenkijkers.
Het nieuwe Marineterrein wordt grotendeels autovrij met inpandige en ondergrondse parkeergarages. Experts schatten dat het rijk uiteindelijk tussen de 150 en 300 miljoen euro gaat verdienen aan de verkoop van de grond.
Voor het einde van het jaar komt het Projectbureau Marineterrein met een plan voor uiterlijk en inrichting. De gemeente en het rijk zijn overeengekomen dat het gebied niet helemaal volgebouwd wordt.
Vijftig procent van het oppervlak, ruwweg de strook langs het water en rondom de binnenhaven van het Marineterrein, wordt publieke ruimte, met veel groen en mogelijkheden tot bewegen. Nieuwe fietsbruggen verbinden dit gebied met de binnenstad.
Bedrijvigheid
Net zoals de afgelopen eeuwen blijft bedrijvigheid de belangrijkste functie. Het Marineterrein moet van maximale toevoegde waarde zijn voor de economie van Nederland en die van Amsterdam in het bijzonder, luidt de afspraak. Dat betekent 228.000 vierkante meter nieuwe gebouwen.
Zeker de helft wordt kantoorruimte, bestemd voor bedrijven van de nieuwe economie die hun onderzoeks- en ontwikkelingsafdelingen in de stad willen vestigen. Naar onderwijsinstellingen gaat 20 procent en nog 20 procent wordt woningbouw. De overige 10 procent krijgt een maatschappelijke functie.
Het is de bedoeling om ook de naastgelegen woonbuurt Kattenburg bij de nieuwe stadswijk te betrekken
Vooral voor scale-ups, technologiebedrijven die razendsnel groeien, is nu te weinig ruimte in de stad. Deze bedrijven betalen veel voor kantoorruimte op toplocaties. Maar volgens directeur Liesbeth Jansen van het Bureau Marineterrein, moet het geen 'economisch eilandje voor nerds' worden.
Kennisuitwisseling
Geïnteresseerde bedrijven moeten samenwerken met de scholen in de nieuwe wijk. "Het is goed om deze bedrijven te behouden voor de stad, maar alleen als zij in verbinding willen staan met Amsterdam, bijvoorbeeld door kennisuitwisseling."
Voor wonen is minder ruimte. De centrale ligging maakt het gebied volgens wethouder Eric van der Burg (Grondzaken) meer geschikt voor een economische functie. "Bedrijven wil je vestigen nabij vervoersknooppunten. CS ligt op loopafstand."
De gemeente gaat de grond in erfpacht uitgeven aan de eindgebruikers. Het rijk krijgt 98 procent van de opbrengst, na aftrek van kosten voor bruggen, leidingen en dergelijke. De gemeente strijkt 2 procent op.
Autovrij
Het is de bedoeling om ook de naastgelegen woonbuurt Kattenburg bij de nieuwe stadswijk te betrekken. Dat is een uitdaging, omdat er een dikke en deels monumentale muur tussen de wijk en de voormalige kazerne staat, die het gebied eeuwenlang beschermde tegen pottenkijkers.
Het nieuwe Marineterrein wordt grotendeels autovrij met inpandige en ondergrondse parkeergarages. Experts schatten dat het rijk uiteindelijk tussen de 150 en 300 miljoen euro gaat verdienen aan de verkoop van de grond.