Het College van Burgemeester en Wethouders laat weten:
Onderwerp 26 september 2017
Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel 'Nieuw Kattenburg:
Het Marineterrein als Creatieve Oase en Lofzang op de Gemengde Stad'
Geachte raadsleden,
Het college heeft met interesse kennisgenomen van het
initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Nuijens getiteld 'Nieuw Kattenburg:
Het Marineterrein als Creatieve Oase en Lofzang op de Gemengde Stad'. Met deze
brief geeft het college graag zijn bestuurlijke reactie bij het
initiatiefvoorstel.
In het initiatiefvoorstel Nieuw Kattenburg: Het
Marineterrein als Creatieve Oase en Lofzang op de Gemengde Stad vragen de
initiatiefnemers het college om:
1: Een groen autovrij stadspark te garanderen en een
bebouwingspercentage van maximaal 50% nu al vast te leggen.
2: Het Marineterrein als 'duurzaam voorbeeldproject' te
beschouwen: te kiezen voor een volledig klimaatneutraal terrein, met een zo
hoog mogelijke eigen energieproductie. Te streven naar een energievoorziening
die in bezit is van lokale gebruikers en bewoners. Alle manieren te onderzoeken
waarop een volledig duurzaam Marineterrein kan fungeren als 'motor' voor de
verduurzaming van de buurten eromheen.
3: het Marineterrein zoveel mogelijk circulair te
ontwikkelen, met hergebruik van aanwezige bouwmaterialen. De inzichten van
Amsterdamse pilotprojecten op het gebied van circulair ontwikkelen en de
'Roadmap Circulaire Gronduitgifte' te gebruiken.
4: de ruimte voor creatieve en maatschappelijke functies te
behouden: kies voor zo weinig mogelijk kantoren.
5: woonsegment geen sluitstuk van de grondexploitatie laten
zijn: investeer in de gemengde stad en kies vroeg voor merendeels sociale huur,
aangevuld met middenhuur tot 1,5 modaal.
6: mogelijkheden om het terrein aan te kopen en eventueel
later gegenereerde meerwaarde met het Rijk te verrekenen te onderzoeken.
Onderzoek ook coöperatieve ontwikkelvornnen en andere manieren om tot de minst
winstgedreven invulling te komen.
7: een 'Actieplan Voetganger en Fietsers Marineterrein' te
ontwikkelen, zodat de directe toegankelijkheid en de langzaamverkeersroutes
eromheen en erdoorheen zo snel mogelijk zo veel mogelijk verbeteren.
8: in de beschikbaar komende gebouwen ruimte voor
broedplaatsen en/of ateliers te reserveren, actief nieuwe placemakers uit te
nodigen, 'placemaking'-afspraken in ruil voor meerjarige zekerheid te maken en
zittende creatieve, niet-commerciële initiatieven met meerwaarde zekerheid te
bieden.
9: vanaf volgend jaar een ambitieus aantal atelierwoningen
in de beschikbaar komende gebouwen te realiseren.
10: een tijdelijke buurtfunctie in het Poortgebouw te
vestigen, en onderzoek de permanente huisvesting van buurt en ontmoetingsfuncties
in het Poortgebouw.
11: alle sportfuncties open te stellen voor buurtbewoners en
initiatieven zodra het terrein open is, en investeer in de bekendheid van de
sportfunctie van het Marineterrein onder Amsterdammers.
12: voor een integrale, groene ontwikkeling van de openbare
ruimte te kiezen op en rond het Marineterrein, met bewoners en ondernemers.
Onderzoek zelf/medebeheer op en rond het Marineterrein en kleinschalige
stadslandbouw op het terrein zelf.
13: in de vrijkomende gebouwen ruimte voor onderwijs en
zorgvoorzieningen te reserveren en doe een buurt- en stadsinventarisatie om te
zien aan welke voorzieningen behoefte is.
14: Kattenburg, de Kattenburgerstraat en het
Kattenburgerplein onderdeel van integrale gebiedsontwikkeling maken.
15: met de
Woningcorporatie een verbeterplan voor de Kattenburgerstraat en omgeving te
maken, waaronder voor dubbelgebruik van de parkeergarage.
16: te kiezen voor Top Up3, voor een zo organisch en
adaptief mogelijke ontwikkelstrategie.
17: te kiezen voor een participatietraject voor stad én
buurt.
De initiatiefnemers pleiten ervoor om ruimte te scheppen
door het Marineterrein te vrijwaren van marktdruk. Het initiatiefvoorstel
beoogt daartoe vier dingen: ten eerste, ruimte maken en houden voor mede de
grondwaarde bepalende keuzes, zodat die niet later door (markt/Rijks)eisen
onmogelijk worden gemaakt. Deze keuzes liggen volgens de initiatiefnemers in
groen, duurzaam open baar goeddeels terrein, keuze voor betaalbaar woonsegment,
keuze voor creatieve en maatschappelijke functies in plaats van commerciële
kantoorfuncties. Ten tweede moet de bereikbaarheid van het Marineterrein zo snel mogelijk, zoveel mogelijk worden
versterkt door de toegankelijkheid voor voetgangers en fietsers te vergroten. Ten derde zou de huiskamerfunctie en de openbare beleving van het Marineterrein
versterkt moeten worden. Dit kan versneld worden door op korte termijn in te
zetten op space-en placemaking door creatievelingen met stedelijke
aantrekkingskracht en door het vestigen van maatschappelijke buurtfuncties.
Bestuurlijke reactie
Hieronder geef het college een reactie op het
initiatiefvoorstel
Ad 1. Het principebesluit, dat 18 juli 2017 is aangenomen
door het college van B&W, voorziet in een ontwikkeling met de verhouding
bebouwd/onbebouwd van 50/50. Zowel het groen als de rest van het terrein zal
autovrij zijn.
Ad 2 en 3. Het Marineterrein leent zich uitstekend als
testlocatie voor oplossingen voor onder andere klimaatvraagstukken. Het
Marineterrein is zodoende ook nu al een omgeving waar innovaties worden getest.
Duurzaamheid en innovatie zijn speerpunten voor de ontwikkeling. Voorbeelden
van initiatieven die op het Marineterrein gerealiseerd zijn, zijn onder andere
een project ten aanzien van de verbetering van de waterkwaliteit en het
SmartRoof 2.0 op een van de gebouwen. Het doel van de experimenten is om
geslaagde innovaties op te schalen naar elders in de stad, de regio en het land.
Deze lijn wordt in de toekomst op grotere schaai doorgetrokken. In het
principebesluit wordt ingezet op een aantal ambities ten aanzien van
duurzaamheid die momenteel verder worden uitgewerkt in het kader van het
projectbesluit. Er wordt onder andere ingezet op een warmte- koudeopslag, een
duurzaam mobiliteitsinfrastructuur waarbij auto's zoveel als mogelijk worden
geweerd van het terrein, innovatieve vormen van afvalinzameling en circulair
bouwen. In aanloop naar de volgende fases wordt onderzocht welke onderwerpen
prioriteit hebben en welke onderwerpen naast deze ook nog kansen bieden. Het is
een nadrukkelijke wens binnen het project om ook de aangrenzende buurten mee te
laten profiteren van de investeringen die worden gedaan in de ontwikkeling van
het Marineterrein, en daarin waar mogelijk samen op te trekken, zoals ook al
gebeurt met OBA, NEMO, Scheepvaartmuseum en andere instellingen in de directe
omgeving.. Verder wordt er voor het project gekozen voor een ontwikkeling als
flexibel toekomstig stadskwartier, zodat de keuzes die we nu maken, toekomstige
innovaties niet onmogelijk maken. Het Marineterrein blijft zodoende ook op
langere termijn een 'testbed', zeker ook voor duurzaamheid.
Ad 4. In de bestuursovereenkomst Ontwikkeling Marineterrein
Amsterdam, dd. 5 december 2013, is vastgelegd dat het Marineterrein zal worden
ontwikkeld tot één van de innovatieve werkplaatsen van Amsterdam, met
internationale aantrekkingskracht. Op 27 november 2013 heeft ook de
gemeenteraad dit als uitgangspunt voor de ontwikkeling vastgesteld. Het Rijk en
het college van B&W hebben ervoor gekozen om, geheel in lijn hiermee, een
gevarieerd, creatief en maatschappelijk werk/woonterrein te maken van het
Marineterrein. Uit de verkenningen blijkt dat
een bepaald type bedrijven en instellingen zich specifiek in en rondom het
centrum van Amsterdam willen vestigen (en niet in zakendistricten of op
bedrijfsterreinen). Dit type bedrijvigheid gaat veelal om een combinatie van
ICT, creativiteit en innovatie. Deze bedrijven en instellingen hebben een groot
uitstralingseffect qua werkgelegenheid: elke baan binnen dit type bedrijvigheid
veroorzaakt 2 tot 5 andere banen in de omgeving. Er is een hele grote behoefte
aan plek voor dit soort bedrijven in het centrum van de stad, maar de ruimte is
zeer beperkt, waardoor succesvolle bedrijven gedwongen worden te vertrekken uit
de stad. Amsterdam laat hier momenteel kansen liggen.Ook het Rijk, als eigenaar
van het terrein, hecht veel waarde aan de economisch sterke positie van
Amsterdam en wil deze, met de ontwikkeling van het Marineterrein, ook
versterken vanuit het bredere nationale belang: elders in Nederland doen deze
kansen zich simpelweg niet voor. Uiteraard is er ook een hele grote behoefte
aan woningen in Amsterdam, maar omdat er veel meer mogelijkheden zijn in de
stad om woningen te realiseren, en dit type bedrijvigheid juist haar plek zoekt
in het hoogstedelijk centrummilieu, is de keuze om het accent voor het
Marineterrein te leggen op die bedrijvigheid. Daarnaast is het zo dat de
Oostelijke Eilanden overwegend een woonfunctie hebben. Met de toevoeging van
het beoogde programma op het Marineterrein ontstaat (inclusief de overige ontwikkelingen
in dit gebied) een verhouding wonen/werken die vergelijkbaar is met de
binnenstad als geheel. Er wordt ingezet op een brede mix van functies.
Innovatie en bedrijvigheid behelst veel meer dan alleen kantoorruimtes. Het
doel is om de innovatieve afdelingen van bedrijven en instellingen aan te
trekken die met overtuiging aan open innovatie doen en veel kennis uitwisselen
met elkaar en met de omgeving. Het project wil zich vooral richten op relatief
kleine en middelgrote organisaties - van innovatieve startups tot de research
endevelopmentafdelingen van commerciële multinationals - met veel plekken om
elkaar te ontmoeten en samen te werken. Voor een dergelijk milieu is een grote
schaal nodig, hetgeen nu met het vrijkomen van het Marineterrein beschikbaar
komt. Traditionele hoofdkantoorfuncties kunnen elders in de stad en het land
terecht omdat deze niet per se vragen om een binnenstedelijke omgeving.
Uitgangspunt is verder dat plinten in beginsel een openbare functie krijgen
waar iets te beleven valt en waar interactie plaatsvindt.
Ad 5. Het Marineterrein wordt een plek waar gewoond wordt
ter ondersteuning van het innovatiemilieu. Wonen zorgt voor continue
levendigheid in het gebied. Het woonprogramma moet vooral van toegevoegde
waarde zijn voor het concept. Een woonfunctie maakt het bijvoorbeeld ook
mogelijk om op dit vlak innovaties te testen, bijvoorbeeld met de bouw en het
gebruik van betaalbare en flexibele woonvormen (van jongeren tot ouderen). Er
is een nadrukkelijk deel van het terrein bestemd voor een woon/werkwijk, aan de
Kattenburgerstraat. In de projectnota wordt het woonprogramma verder
uitgewerkt. De Woonagenda wordt meegenomen in de uitwerkingen. Er zit dus een
substantieel deel sociaal in. De herontwikkeling van het Marineterrein Amsterdam
is niet financieel afhankelijk van het woonprogramma om een positief resultaat
te behalen.
Ad 6. Actief blijven sturen op inhoud en kwaliteit is op het
concept is belangrijk voor dit gebied. Dit maakt het mogelijk om de ambities
blijvend te bewaken en continu te kunnen reageren op veranderingen in de
wereld. Er komt geen gedetailleerd plan. Het Marineterrein wordt daarom stap voor stap ontwikkeld op basis van
ambities en uitgangspunten die het Rijk en de gemeente met elkaar afspreken.
Deze afspraken worden momenteel door het Rijk en de gemeente samen uitgewerkt
en vastgelegd in een Nota van Uitgangspunten. De uitgangspunten zijn onderdeel
van een door de gemeenteraad te nemen projectbesluit. Uitgangspunt voor de
gemeente is dat bij de planontwikkeling gestuurd wordt op kwaliteit en ambitie,
op maatschappelijke meerwaarde, en niet primair op geld. Het goed realiseren
van het beoogde concept staat voorop. Het Rijk beraad zich op haar rol bij de
verdere uitvoering hiervan.
Ad 7 De ontwikkeling van het Marineterrein zal ervoor zorgen
dat de hele omgeving (Oostelijke Eilanden) meer bij het centrum worden
getrokken, met betere verbindingen, maar ook met de voorzieningen die passen
bij een levendig centrum. De verbetering van de toegankelijkheid en het
realiseren van verbindingen van en naar het Marineterrein zijn onderdeel van
het project en worden uitgewerkt in de verdere planvorming. Onderdeel daarvan
is het realiseren van twee definitieve verbindingen, waarvan een over de
Dijksgracht en het aanleggen van een nieuwe verbinding richting het Nemo. De
bereikbaarheid van het terrein is een belangrijk speerpunt voor de
ontwikkeling. Het Marineterrein wordt beter toegankelijk gemaakt voor de
voetganger en fietser. Het moet op de eerste plaats een voetgangersvriendelijk
gebied zijn, waar de fiets te gast is. In heel uitzonderlijke gevallen wordt
gemotoriseerd verkeer toegestaan, bij hoge voorkeur elektrisch. Gemotoriseerd
verkeer wordt alleen toegestaan voor transport van goederen en mensen die
slecht ter been zijn. Er wordt ook in deze categorie gezocht naar innovatieve
vormen van mobiliteit. Openbaar vervoer is aanwezig in de directe omgeving van
het Marineterrein.
Ad 8. Het gebied op de kaart zetten is een van de
voornaamste taken in deze fase van het project. Een grote gedifferentieerde mix
van gebruikers is daarvoor gewenst. In het concept wordt ook ruimte geboden
voor de in het initiatiefvoorstel genoemde functies. Een aantal gebouwen die
volgend jaar vrijkomen lenen zich goed voor maatschappelijke functies.
Makerversity biedt momenteel werkplekken voor makers uit de stad en bieden ook
lidmaatschappen aan voor een gereduceerd tarief.
Ad 9. De invulling van de vrijkomende gebouwen volgend jaar
is nog onderwerp van uitwerking. Het college vind dit voorstel sympathiek en
wil graag onderzoeken of het beschikbaar maken van ruimte voor atelierwoningen
in de volgende fase van het project is in te passen binnen het concept. De
inzet is om in de woonwerkgebouwen werkplaatsen en ateliers te realiseren,
waarbij ook het verbinden tussen cultuur en innovatie centraal staat.
Ad 10. Het college ziet geen aanleiding om een nadere visie
op te stellen op dit punt. De buurt heeft immers momenteel een poortgebouw aan
de Kattenburgerstraat dat kan worden geprogrammeerd door de buurt zelf. Indien
de huidige beheerder van dit gebouw mogelijkheden ziet voor samenwerking, dan
gaat het project hierover graag in overleg. De buurt wordt regelmatig
uitgenodigd om programma te organiseren op het Marineterrein. Het buurtplatform dat in het leven is geroepen aan de start
van het project, zou hier een coördinerende rol in kunnen vervullen.
Ad 11 Het Marineterrein vormt momenteel een oase van groene
ruimte in de stad. Deze groene ruimte is ook van belang voor de innovatieve
instellingen en bedrijven. Het is een omgeving waar je kunt ontspannen en
creatief kunt zijn. Maar ook voor de rest van Amsterdam is dat een genot. Een
belangrijk deel van de open ruimte wordt behouden en wordt waar mogelijk
ingezet ten behoeve van sport. Voorbeelden hiervan zijn het creëren van
zwemmogelijkheden, hardlooproutes en de geplaatste fitnesstoestellen. Het moet
een bijzondere plek worden waar alle Amsterdammers elkaar kunnen ontmoeten en
genieten van het groen, water en uitzicht over de stad.
Ad 12. De Voorwerf blijft een intiem stadspark. Elders op het
terrein wordt extra groen aangeplant en wordt aandachtig nagedacht over de
biodiversiteit. De waardevolle bonnengroepen worden behouden en geven
aanleiding om eromheen "pocketparks" aan te leggen. Aan de westzijde
van het terrein komt een grote groene ruimte voor sport en tijdelijke- met de
ambitie verbonden - evenementen. Er wordt geen rekening gehouden met
kleinschalige stadslandbouw.
Ad 13. Het college onderschrijft het belang van onderwijs.
Het Marineterrein zal uitgroeien tot een locatie waar naast internationaal
georiënteerde topinstellingen en bedrijven, ook onderwijs deel uitmaakt van het
programma. Het is juist deze combinatie die het mogelijk maakt om daadwerkelijk
innovatief te kunnen zijn en hiervan op brede schaal te kunnen profiteren. Op het
Marineterrein wordt al flink ingezet op educatie en talentontwikkeling, zo zijn
er zijn drie educatieve instellingen gevestigd (Growth Tribe,TVAcademyenThe App
Academy)en wordt er gewerkt aan een gezamenlijk educatieprogramma voor
professionals en een educatief programma (waaronder een zomerkamp voorjongeren)
i.s.m. de instellingen rond het Oosterdok.
Ad 14 en 15. Het college onderschrijft het belang om de
omgeving te betrekken in de ontwikkeling van het Marineterrein. De ruimtelijke
ontwikkeling zoals deze is voorgesteld is deels gebaseerd op de oude
Eilandenstructuur. De ontwikkeling van het Marineterrein doet wat dit punt
betreft wat passend en haalbaar is voor het project. De Oostelijke Eilanden
betreft een omgeving dat de komende jaren enorm wordt ontwikkeld. Het project
heeft deze ontwikkelingen in het vizier. Met name op de onderwerpen
duurzaamheid, sport, wonen en mobiliteit ziet het project een sterke relatie
met de omgeving. Momenteel wordt door de gemeente een gebiedsverkenning
Oostelijke binnenstad uitgevoerd, waarin alle lopende en nog op te starten
projecten worden geïnventariseerd om een integrale ontwikkeling van dit gebied
te borgen. Vanuit het project is er overleg gestart met de woningcorporaties in
het gebied. Het doel is zorgen voor goede onderlinge afstemming en eventuele
samenwerking te zoeken, ook met betrekking tot dubbelgebruik van de
parkeergarage aan de Kattenburgerstraat. Het Marineterrein heeft de ambitie om
van de Kattenburgerstraat een aantrekkelijke stadsstraat te maken.
Ad 16. Al in 2013 is gekozen voor een strategie waarbij
stapsgewijs wordt ontwikkeld. Er komt geen gedetailleerd plan, maar er wordt in
de loop der jaren behoedzaam en wendbaar op basis van vooraf vastgelegde ambities en uitgangspunten ontwikkeld, door
Rijk en gemeente gezamenlijk. De organisatie hiervan vindt plaats vanuit Bureau
Marineterrein Amsterdam. In de huidige projectfase wordt de ontwikkelstrategie
nader uitgewerkt, zodat kan worden bepaald met welke partijen dit het beste kan
worden gerealiseerd. Zowel private partijen als bewoners van de stad zullen
daarin worden betrokken.
Ad 17. Er is een breed participatieproces opgezet dat past
bij het innovatieve karakter van het concept.
Concluderend: Het college adviseert om het
initiatiefvoorstel te verwerpen.
Met vriendelijke groet,
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
--------------------------------------------------------------------------
Bekijk hier het volledige voorstel van GroenLinks (PDF):
'Nieuw Kattenburg: Het Marineterrein als Creatieve Oase en Lofzang op de Gemengde Stad'